Na zes jaar O&E bij Philips Lighting kreeg Marc de Wind in mei 1996 zijn eerste eigen fabriek als productieleider NP&S Piëzo-Keramiek op het R-complex van Philips in Eindhoven. Plant Manager Cor van Otterloo gaf Marc twee maanden later de beschikking over Beteor-consultant Mark Haans (&Co).
Met de kundige ondersteuning van Mark Haans heeft Marc voor de eerste keer een opdeling van een fabriek doorgevoerd. Philips Components NP&S transformeerde naar vier ‘Verbeter Overleggen’ (V.O’s) over de ploegen heen. Elk V.O. had de beschikking over operators, een eigen engineer en een monteur. Ook kreeg het een verbeterthermometer; Voor elke doorgevoerde verbetering kreeg het betreffende team punten, waarmee de thermometerstand opliep. Eenmaal bovenaan mocht het team zelf iets met 10% van de uitgespaarde of gewonnen waarde gaan doen. Het was met de toepassing van deze verbetermethodiek dat Marc de Wind het potentieel in mensen en teams in zijn volledigheid begon te zien. Marc: “het was enorm!”
De (door)ontwikkeling van zelfstandigheid en de verbetercultuur stonden hoog in het vaandel; Mensen kregen plezier in het verbeteren en werkten steeds gerichter naar resultaat. Marc liet in die tijd al operators meegaan naar machineleveranciers; “Het waren tenslotte hun machines!” Operators voelden zich bovenal serieus genomen en hadden invloed op de machine waar ze later zelf mee moesten werken.
In algemene zin vertaalde zich dit naar een verbeterde opstart van het machinepark. Daarnaast ging Marc met het boek ‘Het Doel – managen en verbeteren’ in de hand met de medewerkers aan de slag om de bottleneck van de fabriek te tackelen. Gebruik werd gemaakt van de Single-Minute Exchange of Die-methodiek (SMED).